• vrijt op
vervoeging van
opvrijen

vrijt op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvrijen
    • Jij vrijt op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvrijen
    • Hij vrijt op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opvrijen
    • Vrijt op!