vrijkoop
- vrij·koop
- samenstelling van vrij en koop [1]
vervoeging van |
---|
vrijkopen |
vrijkoop
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijkopen
- ... dat ik vrijkoop.
- Het woord vrijkoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.