vrijgezellinnen
- Geluid: vrijgezellinnen (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvrɛiɣəxɛˈlɪnə(n) / (5 lettergrepen)
- vrij·ge·zel·lin·nen
- vrijgezellin met uitgang -en
de vrijgezellinnen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vrijgezellin
- In een der woningen der vrijgezellinnen was een jonge vrouw die bleek werd en begon te kwijnen, haar wangen kregen diepe kuilen, haar hals werd buitenmatig lang en haar hoofd vertoonde binnen enkele uren een ongelofelijke haargroei. [1]
- Het woord 'vrijgezellinnen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Schendel, A. van"Herinneringen van een dommen jongen" in: Verzameld werk. Deel 4. (1977) Meulenhoff Nederland, Amsterdam; ISBN 90 290 0852 0; p. 580; geraadpleegd 2018-10-05