Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vouw·de open
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
openvouwen

vouwde open

  1. enkelvoud verleden tijd van openvouwen
    • Ik vouwde open. 
    • Jij vouwde open. 
    • Hij, zij, het vouwde open. 


Gangbaarheid