vousvoyeren
- Geluid: vousvoyeren (hulp, bestand)
- vous·voy·e·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vousvoyeren |
vousvoyeerde |
gevousvoyeerd |
zwak -d | volledig |
vousvoyeren
- wederkerig elkaar met "u" aanspreken
- Ze werken samen aan verscheidene opdrachten en lijken een nauwe band te hebben, ook al blijven ze elkaar vousvoyeren en komen ze nooit bij elkaar thuis.[1]
- Het woord vousvoyeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ K. Pancol,De eekhoorns huilen op maandag, 2012