votiefkaarsen
- Geluid: votiefkaarsen (hulp, bestand)
- IPA: / voˈtifkarsə(n) / (4 lettergrepen)
- vo·tief·kaar·sen
- votiefkaars met uitgang -en
de votiefkaarsen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord votiefkaars
- ▸ Het hier besproken ritueel kan ook in verband gebracht worden met de in de Middeleeuwen veel voorkomende votiefkaarsen. Zoals bekend werden kaarsen gemaakt van dezelfde lengte als de gestalte van een zieke of van het zieke lichaamsdeel.[1]
- Het woord 'votiefkaarsen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Willy L. Braekman“Middeleeuwse witte en zwarte magie in het Nederlands taalgebied.” (1997), Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Gent, ISBN 907247421X, p. 279