vooruitstrevendheid
- voor·uit·stre·vend·heid
- afgeleid van vooruitstrevend met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vooruitstrevendheid | - |
verkleinwoord | - | - |
de vooruitstrevendheid v
- het vooruitstrevend zijn
- Het woord vooruitstrevendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.