voorkom
- Geluid: vóórkom (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvorkɔm / (2 lettergrepen); /ˈvɔːrkɔm/
- Geluid: voorkóm (hulp, bestand)
- IPA: / vorˈkɔm / (2 lettergrepen); /vɔːrˈkɔm/
- voor·kom
vervoeging van |
---|
voorkomen |
vóórkom
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkomen
- ... dat ik vóórkom.
- «Dit zijn de video's waarin ik voorkom.»
- Dit zijn de video's waarin je mij kunt vinden.
vervoeging van |
---|
voorkomen |
voorkóm
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkomen
- Ik voorkom.
- gebiedende wijs van voorkomen
- Voorkom!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkomen
- Voorkom je?
- «Ik voorkom misverstanden door duidelijk te spreken»
- Doordat ik duidelijk spreek, zorg ik dat er geen misverstanden zijn.
- Het woord voorkom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vóórkom: geluid
voorkóm: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
voorkom |
voorgekom |
volledig |
vóórkom
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
voorkom |
voorkom |
volledig |
voorkóm