Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • volg·den op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opvolgen

volgden (…) op

  1. meervoud verleden tijd van opvolgen
    • Wij volgden op. 
    • Jullie volgden op. 
    • Zij volgden op. 

Gangbaarheid