voetschrapers
- Geluid: voetschrapers (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvutsxrapərs / (3 lettergrepen)
- voet·schra·pers
- voetschraper met uitgang -s
de voetschrapers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord voetschraper
- ▸ Gooskens heeft in het afgelopen half jaar gezocht naar voetschrapers in Breda, vertelt hij bij een wandeling door de Willemstraat. De afgesloten nissen in de muur, ‘een holte die nergens op uitkomt’, verschuilen ongebruikt en ongezien in gebouwen, maar aan het eind van de negentiende eeuw kon men niet zonder, om de schoenen schoon te schrapen voor men naar binnen ging.[1]
- Het woord 'voetschrapers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Saminna van den Bulk“Met één vegende voet in het Breda van de negentiende eeuw (kaartje)” (28 januari 2017) op nrc.nl