Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voeg·den sa·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
samenvoegen

voegden (…) samen

  1. meervoud verleden tijd van samenvoegen
    • Wij voegden samen. 
    • Jullie voegden samen. 
    • Zij voegden samen. 

Gangbaarheid