Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vocht·te in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
invochten

vochtte (...) in

  1. enkelvoud verleden tijd van invochten
    • Ik vochtte in. 
    • Jij vochtte in. 
    • Hij, zij, het vochtte in.