Bach - Flute Sonata Amaj -
1. Vivace
  • vi·va·ce
  • uit het Italiaans [1]

vivace

  1. (muziek) aanwijzing hoe men de muziek moet spelen n.l. op een levendige manier
     SCHUBERT (1797 – 1828), Sonata No.16 in A minor op.42 D845
    1. Moderato, 2. Andante , 3. Scherzo:allegro vivace, 4. Rondo:allegro vivace
    [2]
     Na de pauze laat Minne Veldman de Festive Toccata van Denis Bédard en het Allegro vivace uit Widors Vijfde Symfonie horen. Hij besluit zijn bijdrage met een eigen koraalbewerking en aansluitend samenzang.[3]
39 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[4]
  1. vivace op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Zuid-Koreaanse wonderpianiste speelt bij De Pol Diepenheim” (07-09-2018), Tubantia
  3.   Weblink bron “Vijfde orgelfeest Veldman en Den Toom in Grote Kerk Breda” (27-01-2018), Reformatorisch Dagblad
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be