• vis·tas·sen

de vistassenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vistas
    • Ik ben er zeker van dat er in de viskisten, vistassen en viskasten van de Friese hengelaars vele duizenden soorten vaak zeer duur kunstaas liggen te verroesten en te verkommeren zonder dat ze nog ooit zullen worden gebruikt. [1]