• vie·re
vervoeging van
vieren

viere

  1. aanvoegende wijs van vieren


vervoeging van
ver

viere

  1. eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van ver (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)
  2. derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van ver (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)