vicegouverneur
- vi·ce·gou·ver·neur
- afleiding van gouverneur met het voorvoegsel vice-[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vicegouverneur | vicegouverneurs |
verkleinwoord |
de vicegouverneur m
- (beroep) iemand die de gouverneur kan vervangen als die afwezig is
- ▸ De democratiseringsorganisaties werden opgeheven, de liberale vicegouverneur Nelli Kretsjetova, wier dochter de lokale afdelingen van die organisaties leidde, werd op last van het Kremlin uit haar functie gezet.[2]
- ▸ De hoofdverantwoordelijke voor het financiële schandaal is in 2016 veroordeeld voor fraude en vervalsing van documenten. Ze kreeg drie jaar gevangenisstraf, waarvan twee jaar voorwaardelijk. Het schandaal leidde tot het aftreden van een vicegouverneur en vervroegde verkiezingen.[3]
- Het woord vicegouverneur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
- ↑ Weblink bron “Brusselse miljoenenboete voor Oostenrijk om gesjoemel met gegevens” (28-05-2018), NOS