vicefractievoorzitter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·ce·frac·tie·voor·zit·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vicefractievoorzitter vicefractievoorzitters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vicefractievoorzitterm

  1. (politiek) assistent van de leider van een fractie van een politieke partij in een volksvertegenwoordiging die zo nodig deze leider vervangt bij afwezigheid
     Namens de VVD zitten premier Rutte en fractieleider Blok aan tafel. Het CDA wordt vertegenwoordigd door vicepremier Verhagen en fractieleider Van Haersma Buma, de PVV door fractieleider Wilders en vicefractievoorzitter Agema.[1]
     Vorige week werd vicefractievoorzitter Arnoud van Doorn gedwongen tot een vertrek uit de Haagse PVV-fractie. Hij zou fouten hebben gemaakt bij het beheer van het fractiebudget. Ook hij heeft besloten in de raad te blijven. Van Doorn stelt nu voor om samen met Van de Waal een fractie te vormen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Eerste dag van bezuinigingsoverleg” (Maandag 5 maart 2012, 04:57), NOS
  2.   Weblink bron “Weer Haags PVV-raadslid alleen door” (Maandag 19 december 2011, 21:00), NOS