verzworen
- ver·zwo·ren
- vervoeging van verzweren: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ee-oo (IPAː /ɪː/ - /ɔː/)
vervoeging van |
---|
verzweren |
verzworen
- meervoud verleden tijd van verzweren
- Wij verzworen.
- Jullie verzworen.
- Zij verzworen.
- Wij verzworen.
- voltooid deelwoord van verzweren
- Het woord verzworen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.