• ver·zien
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verzien
verzag
verzien
klasse 5 volledig

verzien [2] [3] [4] [5] [6]

  • Het op iemand verzien hebben
zijn oog hebben laten vallen op iemand of iets, iemand of iets willen hebben [7]
vervoeging van: verzien…
verbogen vorm: verziene

verzien

  1. voltooid deelwoord van verzien


86 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[8]