• ver·zand
  • vervoeging van verzanden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
verzanden

verzand

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzanden
    • Ik verzand. 
  2. gebiedende wijs van verzanden
    • Verzand! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzanden
    • Verzand je? 
vervoeging van: verzanden…
verbogen vorm: verzande

verzand

  1. voltooid deelwoord van verzanden
  2. vormt de voltooide tijden
    • De toegang tot de haven is verzand. 
    • Het gesprek is verzand in oeverloos gewauwel over pietluttigheden. 
  3. attributief gebruikt
    • De partijen willen nieuw leven in de verzande samenwerking blazen.