verwonnen
- ver·won·nen
- vervoeging van verwinnen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
vervoeging van |
---|
verwinnen |
verwonnen
- meervoud verleden tijd van verwinnen
- Wij verwonnen.
- Jullie verwonnen.
- Zij verwonnen.
- Wij verwonnen.
- voltooid deelwoord van verwinnen [1]
- Het woord verwonnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.