• ver·wenst
  • vervoeging van verwensen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
verwensen

verwenst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwensen
    • Jij verwenst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwensen
    • Hij verwenst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verwensen
    • Verwenst! 
vervoeging van: verwensen…
verbogen vorm: verwenste

verwenst

  1. voltooid deelwoord van verwensen
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be