ververs
- [A] Geluid: vérvers (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɛrvərs / (2 lettergrepen)
- [B] Geluid: vervérs (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈvɛrs / (2 lettergrepen)
- ver·vers
[A] de vérvers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord verver
vervoeging van |
---|
verversen |
[B] vervérs
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verversen
- Ik ververs.
- gebiedende wijs van verversen
- Ververs!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verversen
- Ververs je?
- Het woord ververs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.