Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • ver·vers

Zelfstandig naamwoord

de vérversmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verver

Werkwoord

vervoeging van
verversen

vervérs

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verversen
    • Ik ververs. 
  2. gebiedende wijs van verversen
    • Ververs! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verversen
    • Ververs je?