vertoon
- ver·toon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vertoon | vertonen |
verkleinwoord | - | - |
het vertoon o
- het tonen of laten zien
- Op vertoon van je abonnement mag je de trein nemen.
vervoeging van |
---|
vertonen |
vertoon
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertonen
- Ik vertoon.
- gebiedende wijs van vertonen
- Vertoon!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertonen
- Vertoon je?
- Het woord vertoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vertoon" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be