• ver·tikt
  • vervoeging van vertikken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
vertikken

vertikt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertikken
    • Jij vertikt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertikken
    • Hij vertikt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vertikken
    • Vertikt! 
vervoeging van: vertikken…
verbogen vorm: vertikte

vertikt

  1. voltooid deelwoord van vertikken