• ver·po·li·tiekt
  • vervoeging van verpolitieken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
verpolitieken

verpolitiekt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpolitieken
    • Jij verpolitiekt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpolitieken
    • Hij verpolitiekt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verpolitieken
    • Verpolitiekt! 
vervoeging van: verpolitieken…
verbogen vorm: verpolitiekte

verpolitiekt

  1. voltooid deelwoord van verpolitieken