verpand
- ver·pand
- vervoeging van verpanden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
verpanden |
verpand
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpanden
- Ik verpand.
- gebiedende wijs van verpanden
- Verpand!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpanden
- Verpand je?
vervoeging van: | verpanden… |
verbogen vorm: | verpande |
verpand
- voltooid deelwoord van verpanden
- Het woord verpand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verpand" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be