• ver·pand
  • vervoeging van verpanden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
verpanden

verpand

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpanden
    • Ik verpand. 
  2. gebiedende wijs van verpanden
    • Verpand! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpanden
    • Verpand je? 
vervoeging van: verpanden…
verbogen vorm: verpande

verpand

  1. voltooid deelwoord van verpanden
96 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be