• ver·ont·rei·nigt
vervoeging van
verontreinigen

verontreinigt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verontreinigen
    • Jij verontreinigt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verontreinigen
    • Hij verontreinigt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verontreinigen
    • Verontreinigt!