• ver·ont·rei·nig·de
vervoeging van
verontreinigen

verontreinigde

  1. enkelvoud verleden tijd van verontreinigen
    • Ik verontreinigde. 
    • Jij verontreinigde. 
    • Hij, zij, het verontreinigde. 
  2. verbogen vorm van verontreinigd, voltooid deelwoord van verontreinigen