• ver·ne·men
  • In de betekenis van ‘horen, te weten komen’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
  • Afgeleid van nemen met het voorvoegsel ver-.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vernemen
vernam
vernomen
klasse 4 volledig

vernemen

  1. overgankelijk informatie ontvangen.
    • Hij vernam het nieuws van de geboorte van de prinses via de radio. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]