• ver·lost
  • vervoeging van verlossen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
verlossen

verlost

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlossen
    • Jij verlost. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlossen
    • Hij verlost. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verlossen
    • Verlost! 
vervoeging van: verlossen…
verbogen vorm: verloste

verlost

  1. voltooid deelwoord van verlossen