verlijmen
- ver·lij·men
verlijmen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verlijmen |
verlijmde |
verlijmd |
zwak -d | volledig |
- blijvend aan elkaar vastmaken met behulp van lijm
- Volgens de politie ligt de oorzaak in een verbouwing bij de Jumbo. Daar werd zondag aan een nieuwe vloer gewerkt. De lucht kwam vrij na het verlijmen van de vloer. [2]
- Dan begin ik aan het sluitstuk; het tafeblad. Ik gebruik epoxy pasta om de vier planken te verlijmen met behulp van houtdeuvels tussen de planken. [3]
- Het woord verlijmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verlijmen" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 02 apr. 2017 Winkelcentrum Den Bosch ontruimd om lijmlucht
- ↑ De Telegraaf JOSHUA VAN EIJNDHOVEN 23 feb. 2014 Kluswerkzaamheden in de tropen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be