• ver·lease·te
vervoeging van
verleasen

verleasete

  1. enkelvoud verleden tijd van verleasen
    • Ik verleasete. 
    • Jij verleasete. 
    • Hij, zij, het verleasete. 
vervoeging van: verleasen…
verbogen vorm: verleasetee

verleasete

  1. verbogen vorm van verleaset, voltooid deelwoord van verleasen