• ver·klankt
  • vervoeging van verklanken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
verklanken

verklankt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklanken
    • Jij verklankt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklanken
    • Hij verklankt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verklanken
    • Verklankt! 
vervoeging van: verklanken…
verbogen vorm: verklankte

verklankt

  1. voltooid deelwoord van verklanken