Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·klank·te

Werkwoord

vervoeging van
verklanken

verklankte

  1. enkelvoud verleden tijd van verklanken
    • Ik verklankte. 
    • Jij verklankte. 
    • Hij, zij, het verklankte. 
  2. verbogen vorm van verklankt, voltooid deelwoord van verklanken