verhuist terug
- ver·huist te·rug
vervoeging van |
---|
terugverhuizen |
verhuist (...) terug
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugverhuizen
- Jij verhuist terug.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugverhuizen
- Hij verhuist terug.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van terugverhuizen
- Verhuist terug!
- Het woord verhuist terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.