• ver·huf·te·ren
  • afgeleid van hufter met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verhufteren
verhufterde
verhufterd
zwak -d volledig

verhufteren

  1. ergatief geen goede manieren meer hebben
    • Als je de berichten in de media moet geloven is Nederland in rap tempo aan het verhufteren.