verhovaardigen
- ver·ho·vaar·di·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verhovaardigen |
verhovaardigde |
verhovaardigd |
zwak -d | volledig |
verhovaardigen [1]
- wederkerend zich verhovaardigen: trots zijn
- Het woord verhovaardigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verhovaardigen" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be