vergoed
- ver·goed
- vervoeging van vergoeden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
vergoeden |
vergoed
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergoeden
- Ik vergoed.
- gebiedende wijs van vergoeden
- Vergoed!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergoeden
- Vergoed je?
vervoeging van: | vergoeden… |
verbogen vorm: | vergoede |
vergoed
- voltooid deelwoord van vergoeden
- Het woord vergoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.