verenigingslokaaltje
- Geluid: verenigingslokaaltje (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈenəɡɪŋsloˌkalcə / (7 lettergrepen)
- ver·eni·gings·lo·kaal·tje
- verenigingslokaal met het achtervoegsel -tje
het verenigingslokaaltje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord verenigingslokaal
- ▸ Nadat in januari van dit jaar een vijfde leerkracht wat aangesteld werd het probleem nog groter. Ook in het verenigingslokaaltje van de gereformeerde kerk moest van toen af een gedeelte van de lessen worden gegeven.[1]
- Het woord 'verenigingslokaaltje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Chr. ulo te Wolvega met maart in eigen gebouw in: Friese Koerier , jrg. 20 nr. 37 (23 februari 1965), p. 5 kol. 1