Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·eel·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van eelt met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vereelten
vereeltte
vereelt
zwak -t volledig

Werkwoord

vereelten

  1. ergatief met eelt bedekt worden
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be