vere midt i blinken

  • ve·re midt i blin·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vere midt i blinken
er midt i blinken
var midt i blinken
har vore midt i blinken

vere midt i blinken

  1. absoluut passend zijn voor iemand; volledig in overeenstemming met de wensen van iemand zijn
    «Oppgåva var midt i blinken for ho.»
    De taak was het beste voor haar.