• ver·deel on·der
vervoeging van
onderverdelen

verdeel (…) onder

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderverdelen
    • Ik verdeel onder. 
  2. gebiedende wijs van onderverdelen
    • Verdeel onder! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderverdelen
    • Verdeel je onder?