Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ve·nijn·boom·pjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de venijnboompjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord venijnboom
    • De tuin werd grotendeels opnieuw ingericht en onder andere voorzien van grindpaden en groepen venijnboompjes. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen