venijnboompje
- Geluid: venijnboompje (hulp, bestand)
- IPA: / vəˈnɛimbompjə / (4 lettergrepen)
- ve·nijn·boom·pje
- venijnboom met het achtervoegsel -pje
het venijnboompje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord venijnboom
- Uit het onderzoek is gebleken dat in het voer, dat de dieren maandag kregen, naalden en blaadjes hebben gezeten van het giftige venijnboompje Taxus Baccata. De giftige naalden en bladeren kwamen van een boompje, dat door een particulier gesnoeid was. [1]
- Het woord 'venijnboompje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Vergiftiging in hertenkamp" in: De Volkskrant jrg. 51 nr. 14733 (15 maart 1973); p. 3 kol. 4; geraadpleegd 2019-03-04