variole
- va·riole
- Afgeleid van Latijn variola “vlekjes (hebbend), gevlekt”, een verkleinvorm van varius “bont”, “geschakeerd”. [1]
variole
- ↑ variole (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op de website cnrtl.fr .
variole