vamp
- vamp
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘verleidelijke vrouw’ voor het eerst aangetroffen in 1932 [1]
- uit het Engels (een verkorting van vampire) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vamp | vamps |
verkleinwoord | vampje | vampjes |
- verleidelijke vrouw, femme fatale
- Het woord vamp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vamp" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "vamp" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vamp op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be