vakantiekamp
- va·kan·tie·kamp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vakantiekamp | vakantiekampen |
verkleinwoord | vakantiekampje | vakantiekampjes |
het vakantiekamp o
- een kamp waar men (met name kinderen) naar toe gaat op vakantie
- Het vakantiekamp werd georganiseerd in de Belgische Ardennen.
- Het woord vakantiekamp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.