Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·kan·tie·kamp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantiekamp vakantiekampen
verkleinwoord vakantiekampje vakantiekampjes

Zelfstandig naamwoord

het vakantiekampo

  1. een kamp waar men (met name kinderen) naar toe gaat op vakantie
    • Het vakantiekamp werd georganiseerd in de Belgische Ardennen.