• u·sta·bilt
  • Deense bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel u-
Naar frequentie 19171

ustabilt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van ustabil


  • u·sta·bilt
  • Noorse bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel u-
Naar frequentie 19446

ustabilt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van ustabil


  • u·sta·bilt
  • Nynorske bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel u-

ustabilt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van ustabil