urbefolkningers
- ur·be·folk·nin·gers
- Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel ur-, met het voorvoegsel be-, met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -ers
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
urbefolkningers
- genitief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van urbefolkning